Coöperatieve leerstrategieën waren voor mij volledig nieuw, maar wat we in de bijeenkomst tijdens de Post-HBO NT2 leerden, klonk meteen nuttig, praktisch en logisch. Vandaar dat ik er meteen mee aan de slag ben gegaan.
Vooral de uitspraak: ‘Als je een vraag stelt aan de klas, is die vraag belangrijk genoeg voor alle leerlingen om over na te denken’, bleef bij mij hangen.
De volgende dag kon ik dit inzicht meteen gebruiken:
Ik las het prentenboek ‘Kleine Ezel wil naar papa’ voor aan groep 2. De leerlingen waren erg betrokken bij dit boek, omdat we al meerdere boeken van Kleine Ezel hadden gelezen en telkens vroegen de leerlingen zich af of Kleine Ezel wel een vader had. In dit prentenboek kregen ze eindelijk de papa van Kleine Ezel te zien. Vlak voor het eind van het verhaal, voor het moment dat Kleine Ezel zijn vader ontmoet, vroeg ik aan de leerlingen hoe zij dachten dat de vader van Kleine Ezel eruit zou zien, waar hij zou wonen en wat voor werk hij zou doen. Ik stelde deze vraag aan de hele klas en zoals gebruikelijk staken een aantal leerlingen hun vinger op.
Ik hoorde mezelf de vraag stellen, zag de reactie van de leerlingen (sommigen meteen met de vinger in de lucht, anderen afwachtend) en dacht ineens aan de hierboven genoemde uitspraak: ik wilde inderdaad dat alle leerlingen hierover na zouden denken. Ik besloot om de leerlingen in een TweeGesprek op Tijd over deze vraag te laten praten. Snel vroeg ik de leerlingen naar degene die het dichtst bij ze zat te draaien en legde ik uit hoe een TweeGesprek op Tijd werkt. Vervolgens was het super fijn om te zien hoe goed het werkte. De helft van de leerlingen was enthousiast aan het vertellen en ik zag de andere helft van de leerlingen met plezier luisteren.
Het interessantste moment voor mij, en een echte eye-opener, was echter toen ik klassikaal nog een paar beurten gaf, waarin een deeën over vader ezel. Dit terwijl ik normaal gesproken een groot aantal leerlingen zie afdwalen als een klasgenoot de beurt krijgt. Mijns inziens komt deze verandering door het feit dat nu alle leerlingen over de vraag hadden nagedacht en gepraat en het hierdoor voor elke leerling interessant werd om klassikaal naar andere leerlingen te luisteren, omdat ze op dat moment hun eigen ideeën konden vergelijken met die van hun medeleerling.
De tip dat een leerling die alleen overblijft moet worden uitgenodigd door alle andere tweetallen was voor mij goud waard: ik heb het gezicht van de leerling die overbleef nog nooit zo zien stralen toen hij zelf mocht kiezen uit alle tweetallen die hem er graag bij wilden hebben!